Het leeuwtje is terug op Uilenburg

Gevelstenen brood- en meelfabriek herplaatst dankzij buurtbewoners

7 april 2022, 20:00

Gevelsteenmeester Tobias Snoep bij de plaatsing van de gevelstenen:
‘De scherpte van de tekst en het leeuwtje waren bijna helemaal verdwenen.’

Uit het ©PAROOL van Vrijdag 8 april 2022

Tekst: Dylan van Eijkeren
Beeld: Jakob van Vliet

Het is oktober 2019 als Jan Coenraads de middagkrant uit de bus haalt, argeloos naar de in laat, laag licht badende Uilenburgergracht staart en zich in zijn leesstoel nestelt. Nieuws: bosbranden in Californië, malle fratsen van Donald Trump, woekerende Japanse duizendknoop.

Dan valt zijn oog op iets anders: de gemeente Amsterdam zit in de maag met twee loodsen vol oude brokken steen, geveltoppen en bouwfragmenten. Coenraads, sinds de oplevering in augustus 1998 bewoner van een appartementengebouw aan de Uilenburgerwerf, werpt een blik naar buiten, in het water. Hij peinst, maar zet dan zijn computer aan en schrijft een e-mail.

Coenraads (67): “Er ging bij mij een lichtje branden. Voor de oplevering van onze gebouwen was er sprake van dat er een monumentaal stenen leeuwtje zou worden geplaatst op een dwarsbalk tussen de gebouwen. Vanwege het gewicht lukte dat niet, maar toen las ik die oproep van de gemeente en dacht ik: voor dat leeuwtje kunnen we hier toch wel een andere bestemming vinden?”

Stoom-, Meel- en Broodfabriek De Leeuw op Uilenburg bestond maar kort; van 1881 tot naar verluidt ergens in de jaren twintig – er waren simpelweg te veel bakkers in de Joodse buurt. Het gebouw aan de Nieuwe Uilenburgerstraat overleefde tot medio jaren tachtig van de vorige eeuw; opvallend genoeg is de sloop niet gedocumenteerd. Enkele van de gevelstenen van de fabriek werden echter behoed voor de vergetelheid, en door de gemeente in een loods gelegd.

De voormalige voorzitter van de Vereniging van Eigenaren van het complex, Ron Coens, meldde eerder in deze krant: “Dit is een mooie manier om een stukje van de rijke Joodse traditie van deze buurt terug te brengen.”

Groot en zwaar

Jan Coenraads: “Aanvankelijk gaf de gemeente te kennen geen leeuwtje te kunnen vinden, maar een week of twee later rinkelde de telefoon: ‘We hebben de leeuw die bij jou hoort gevonden, en nog vijf andere stenen.’ Ik kreeg niet de indruk dat ik een deel van de stenen kon accepteren, dus hebben we ze allemaal in Zaandam afgehaald. Laten halen, want ze waren nogal groot en zwaar.” De afdeling Monumenten en Archeologie besloot ‘na de aanvraag van meneer Coenraads nog eens goed in de collectie te kijken’, en ontdekte daar een steen waarop, verweerd en overgroeid met mos, een leeuw was afgebeeld.

Ondertussen ging Coenraads te biecht bij zijn buurman Benno Leeser, eigenaar van Gassan Diamonds. Mocht hij de stenen, vele honderden kilo’s in gewicht en fiks in omvang, niet een poosje op diens parkeerterrein neerleggen? Dan kon hij ondertussen de fondsen trachten te werven om de stenen, zo was inmiddels het idee, te restaureren en te plaatsen in een blinde muur die uitkijkt op datzelfde parkeerterrein.

Leeser (66) vond het prima en zegde een bijdrage toe in de kosten. “De stenen horen volledig in de buurt, en het is mooi dat ze zijn teruggebracht naar waar ze thuishoren. We dragen een verantwoordelijkheid in deze buurt, en bovendien is een goede buur beter dan een verre vriend,” zegt hij nu. Coenraads: “Ik hoop dat meneer Leeser later deze lente de onthulling op zich wil nemen.”

Coenraads nam na ontvangst van de stenen nog eens contact op met de gemeente: moest hij eigenlijk een vergunning aanvragen voor plaatsing van de stenen in de muur? Nee, zo werd hem gezegd, want het betreft de kant van hun huizencomplex waar niet de voordeur zit, dus is het de achterkant – dan is een vergunning niet nodig. Vervolgens kwam er een rekening van 217 euro voor een ‘vergunningsvrije bepaling’. De gemeente geeft, de gemeente neemt.

Gevelsteenmeester

Nu volgde een grotere stap, en wel die naar Tobias Snoep, ’s stads laatst resterende gevelsteenmeester. Of hij eens kon kijken naar de bemoste en afgebrokkelde stenen. Snoep (65) is een man die zo’n klusje even verlekkerd als professioneel te lijf gaat. Hij zegt: “Ik realiseer me dat er bij de vervaardiging met evenveel trots aan is gewerkt als ik nu heb gedaan. Je bracht zo’n gevel toch voor een langere tijd aan.”

Teneinde het werk van Snoep te bekostigen, ging Jan Coenraads naarstig met de pet rond. Hij schoot zelf al het vervoer en de ‘vergunningsvrije bepaling’ voor, en had een toezegging van Benno Leeser binnen, rond was zijn begroting bij lange na niet. Hij crowdfundde daarom op zijn eigen Uilenburgerwerf, kreeg toezeggingen van het Prins Bernhard Cultuurfonds en de Stichting Levi Lassen, maar er was nog een gat.

Initiatiefnemer Jan Coenraads: ‘Ik hoop dat meneer Leeser later deze lente de onthulling op zich wil nemen.’

“Toch heb ik toen Tobias Snoep al durven bellen, dat hij de stenen kon komen halen om aan de slag te gaan.” Het financiële gat werd uiteindelijk geplempt met een subsidie van Centrum Begroot, een gemeentelijk potje dat wordt verdeeld na een raadpleging onder stadsdeelbewoners.

Het ‘aanhelen’ van de De Leeuw-stenen was geen gering karweitje. Snoep: “Het schoonmaken deed ik met stoom onder lage druk, om het mos en de algen te doden.” De mortel was geërodeerd, waardoor het oppervlak ‘heel ruw en pokdalig’ was geworden. “De scherpte van de tekst en het leeuwtje waren bijna helemaal verdwenen.” Eenmaal schoongepoetst, bleek het leeuwtje van broodfabriek De Leeuw te rusten op een handvol broden.

Snoep lijmde, wapende, mortelde, vlakte, freesde en zaagde – zo moesten de stenen in dikte worden gehalveerd, want ze dienden niet alleen gevelstenen, het waren ook dragende stenen, die nu niet dikker mochten zijn dan de bakstenen waarvoor ze in de plaats zouden komen.

Ten slotte diende er verfkleuren te worden gekozen. Snoep: “Van de oorspronkelijke kleuren hebben we nergens sporen gevonden. Indertijd was het gebruikelijk jaartallen in zwart af te beelden, dus dat was niet zo ingewikkeld.” De leeuw kreeg een leeuwenkleur, de noppen werden geel, de broden bruin.

Goed zichtbaar

Deze maand werden de stenen – een per dag om de muur niet te zwaar te belasten – geplaatst in de (half)blinde muur die het best te zien is vanaf de parkeerplaats van Gassan, maar ook vanaf de Nieuwe Uilenburgerstraat goed zichtbaar is, zolang de leilindes ter plekke nog niet volledig in blad staan. Coenraads: “Je wil de stenen ook weer niet te hoog hebben, want dan kun je ze niet goed bekijken.”

In afwachting van de onthulling ergens dit voorjaar, heeft Jan Coenraads niet veel te wensen meer over – of toch, een klein dingetje; hij heeft er alweer een mail over naar de gemeente geschreven. Die leuke emaillen plaatjes met een ferm andreaskruis en tweetalige teksten die je her en der ter stede aantreft, welke afdeling is daar eigenlijk verantwoordelijk voor, en kan zijn Uilenburger leeuw er ook een krijgen? De tekst regelt hij zelf wel.

Een gevelsteen voor iedereen

De gemeentelijke afdeling Monumenten en Archeologie organiseerde in 2019 twee bijeenkomsten voor erfgoedinstanties en verwante organisaties om van overtollige gevelstenen en bouwfragmenten af te komen. Twee grote loodsen vol oude stenen, een in het Westelijk Havengebied en een in Zaandam: dat werd wat veel. Het liep niet direct storm. Pas toen media gewag maakten van gratis stenen, werd er druk gereageerd.

Uiteindelijk kwamen er ruim vierhonderd aanvragen voor ‘gecatalogiseerde’ stenen binnen, waarvan zo’n honderd goed onderbouwd. Andere aanvragers zeiden ‘lijkt me leuk voor in de tuin’, of ‘een mooie herinnering aan Amsterdam voor mijn zoon die in Groningen gaat studeren’. Ook stonden er nog 25 kratten met brokstukken in de gemeentelijke depots.

Uiteindelijk kregen alle aanvragers iets, ten minste een brokstuk. Bepaald iets anders dan wat nu op de parkeerplaats van Gassan pronkt, maar toch een leuk historisch stadsaandenken voor op het balkonnetje. De actie van de gemeente trok ondertussen wereldwijd de aandacht; media van de VS tot Japan berichtten erover: hé, een overheid die iets weggeeft!